Uitgesproken door Mark van Ostaijen, Nacht van de Sociologie, 25/11/2022, Rotterdam
Beste mensen, (dames en heren)
Het is me een waar genoegen om namens de jury eindelijk de tweede Sociologische Bril uit te mogen reiken. Wie wint na het alom gelauwerde Mijn ontelbare identiteiten van Sinan Cankaya de tweede Sociologische Bril, bestaande uit deze -door de NSV gesponsorde en door Utrechtse kunstenaar Niels Janszen vervaardigde- bokaal, een cheque van 2500,- euro en eeuwige roem? In het volgende zal ik eerst wat zeggen over deze prijs, de genomineerden langslopen en uiteindelijk de winnaar uitroepen. Na uitreiking van de prijs heb ik een kort interview met de auteur en is er ruimte tot het stellen van vragen uit de zaal. Maar laat ik beginnen met deze prijs, de Sociologische Bril, die pas in zijn tweede editie is (en wellicht voor velen) een relatief nieuwe prijs. Daarom enkele zinnen over het waarom van deze prijs. Allereerst, ondanks dat er iets te winnen valt en er dus een zweem van competitie omheen hangt (en hier enige spanning in de lucht valt te proeven) draait deze prijs om het vestigen van aandacht, en kan gezien worden als aanmoedigingsprijs: in het aanmoedigen van auteurs en lezers om dit soort type publiek-sociologische boeken te schrijven en ook vooral te lezen. En de oogst was dit jaar overweldigend te noemen. Wat een jaar geleden begon met een groslijst van meer dan 130 titels is in verschillende rondes teruggebracht tot een shortlist van vijf die vandaag zal resulteren in een winnaar. Ik neem u graag heel kort mee hoe we dat hebben gedaan. Zo waren op het eerste oog onze selectiecriteria helder. Boeken moesten:
– Nederlandstalig en origineel werk zijn
– Publieksvriendelijk zijn en dus voorzien in een populairwetenschappelijke toon
– Sociologisch en maatschappelijk relevant zijn
– Een portie sociologische verbeeldingskracht bevatten
– In 2021 zijn uitgegeven bij een Nederlandse of Vlaamse uitgeverij
Dat lijken op het oog bijzonder eenduidige categorieën, maar ik kan u verzekeren dat het er af en toe heftig tekeer is gegaan tijdens de juryvergaderingen. En zo hoort het ook. Tegelijkertijd was de oogst dit jaar kwalitatief ontzettend hoog. Er viel veel te kiezen. Dat is natuurlijk per saldo pure winst. Want, zo weten we uit mooi sociologisch onderzoek, dat wat aandacht krijgt, groeit. Een prijs heeft geen louter descriptieve waarde, maar heeft niet zelden een performatief effect op hetgeen te prijzen valt. Het is onze vurige wens dat deze prijs niet alleen bijdraagt aan de waardering van publiek-sociologisch werk, maar dat sociologisch werk zich ook meer publiek-sociologisch van zich laat horen. Laat dat wederom maar een self-fulfilling prophecy zijn die wat mij betreft uit mag komen. Het deed ons deugd dat niet alleen de shortlist, maar ook de longlist van een zeer hoge kwaliteit was. Dat maakt deze prijs des te relevanter, maar ook het werk van ons als jury ook vele malen interessanter.
Ik zeg uiteraard ‘ons’, want achter de uitreiking van de Sociologische Bril vanavond gaat veel werk schuil: juryleden aanzoeken, fondsen aanschrijven, uitgeverijen benaderen en communicatiekanalen ontwikkelen. Dit had nooit gerealiseerd kunnen worden zonder de nimmer aflatende steun van een vijfkoppige Vlaams-Nederlandse jury, afkomstig van Drenthe tot aan Antwerpen werkzaam van De Volkskrant tot aan de Universiteit van Amsterdam tot het SCP. Ik noem deze toppers maar even bij naam, want zijn ook hier aanwezig vanavond (Emily Miltenburg, Jurre van den Berg, Bea Cantillon en Kobe de Keere) en vooral onze steun en toeverlaat, onze secretaris Tessi Nobbe (EUR) die zich geheel belangeloos hebben ingezet voor deze prijs. Graag uw applaus! En wat lag er dan vervolgens voor ons? De jury heeft zich mogen buigen over 120 inzendingen die werden teruggebracht tot een boeiende longlist van 12 titels, waar de maatschappelijke urgentie vanaf spatte. Of het nu gaat over een doorwrochte historische en politiek-filosofische reset (Mark Elchardus), het belang van complottheorieën (Jaron Harambam), wat het betekent om op te groeien in kleur (Judi Mesman), hoe polarisatie Nederland verder verdeelt (Sjoerd Beugelsdijk) of over de diagnose van necropolitiek en planetaire plundering (Willem Schinkel): het publiek-sociologische boek was alive and kicking en gaf in een jaar van virussen en complotten ruimschoots tegenwicht met goed onderbouwde sociale en culturele analyses. En dat is mooi, zeker in het jaar waarin de Nederlandse sociologie 100 jaar bestaat. Uiteindelijk werd van die longlist van 12 titels een shortlist van 5 samengesteld en ook die shortlist bestrijkt een veelheid aan thema’s en sociologische disciplines. Van angst, wokisme, tijdbesteding en werk enerzijds en van theoretische sociologie tot arbeidssociologie en van kwantitatieve tot culturele sociologie anderzijds – het kwam allemaal aan bod. Ik bespreek kort in alfabetische volgorde de vijf genomineerde titels van de shortlist en ga dan over tot het bekendmaken van de winnaar van de Sociologische Bril 2021.
Marguerite van den Berg – Werk is geen oplossing
De jury trof hierin een prachtig, geëngageerd, innovatief en origineel boek. Van den Berg toont zich een bijzonder toegankelijke schrijfster die complexe materie op een aantrekkelijke manier weet te benoemen. Bovendien schuwt ze daarbij niet om kritisch te reflecteren op haar eigen positie. Het boek daagt uit, verzet de kaders van het denken en schuwt niet om radicaal tegen het geijkte denken over werk en arbeid in te denken. Het boekt zoekt en vindt nieuwe bronnen van zuurstof, voor verbinding en verbeelding, voorbij de geaccepteerde kaders van ons denken. Dat klinkt wellicht pretentieus, maar dit boek maakt die pretentie ook waar. Werk geeft geen zekerheid, is geen oplossing, doen we niet voor onszelf en werkt niet emanciperend. Via Karl Marx, Nancy Fraser en Judith Butler werkt vd Berg ook middels biografische observaties een diagnose uit die prikkelt, uitdaagt en beklijft. Een jurylid omschreef dat het boek treffend en ook heel meeslepend is geschreven, want ‘je wordt als lezer zo meegesleept dat je je eigen positie vergeet’. Het boek toont het belang van onbetaalde arbeid, biedt een neomarxistische en feministische manier waarop we werk zouden moeten zien en stelt op basis daarvan vast dat iedereen zich via micro-verzet teweer kan stellen tegen het dominante kapitalistische uitbuitingsschema waarin betaald werk gevangen zit. Het biedt een prikkelende diagnose, een politiek geluid, een theoretisch doorwrochte analyse en tevens een leeslijst en handelingsrepertoire (met zelfs een uitknippagina wat te doen).
Je zou willen dat in de sociologie vaker iemand op deze manier durft op te staan, de balans op kan maken van internationale literatuur en publiekelijk positie claimt op een urgent maatschappelijk vraagstuk. Het is gewichtig zonder ontoegankelijk te zijn, het is idealistisch zonder in abstracties te hullen en het is geëngageerd vanuit een integere kennisbasis. Een regelrechte aanwinst voor de publiekssociologie.
Rudi Laermans – Gedeelde angsten
Rudi Laermans tekende vorig jaar voor het allereerste Sociologisch Essay. En dat essay is niet alleen een schitterend initiatief (uitgegeven door Boom), maar levert ook meteen een perfecte kandidaat op voor een publiek-sociologische boekenprijs. Want Laermans verstaat de kunst van het sociologiseren als geen ander. In dit essay herneemt of herclaimt hij de thematiek van angst terug uit het individualistische, psychologische en overgepsychiatriseerde domein en sociologiseert hoe angsten ons beheersen en beperken, als een collectieve en culturele conditie. Via Bauman, Luhmann en Beck loodst hij de lezer op toegankelijke en essayistische wijze langs de grote vragen van faalangst, relatie-angst, controle-angst, statusangst en angstcultuur om uiteindelijk een pleidooi te houden voor
collectief ont-angsten. Daarnaast is Laermans in staat om een lucide pen te combineren met een scherp sociologische analysekader waarbij hij in staat is om onze angstcultuur genadeloos te fileren. Het boek heeft -terecht- een uitstekende receptie gehad in Vlaanderen en verdient een groter lezerspubliek ook hier in NL. Dit essay biedt zowel qua vorm, inhoud als actuele thematiek een uitstekend alternatief voor al die Vlaamse psychiaters die Nederland op miraculeuze wijze wel weten te bereiken. Een regelrechte aanwinst voor onze publieke verbeelding.
Tanja van der Lippe – Waar blijft mijn tijd?
Wat is het toch mooi en goed dat mensen zoals Tanja van der Lippe, een autoriteit als het gaat om werk, privé en tijdbestedingsonderzoek, de moeite nemen om de belangrijkste inzichten uit hun onderzoek te bundelen en daar een overzichtelijk en toegankelijk boek van maken. Het is een prachtige bundeling van wat veel SCP rapporten al jarenlang laten zien, maar zet alle trends en feiten op een rijtje. Daarmee is Waar is mijn tijd is het antwoord op iedereen die zich afvraagt waarom we het toch allemaal zo druk hebben, wat tijdsdruk exact is en hoe ‘we’ het in Nederland qua werk, zorg en vrijetijd doen ten opzichte van omringende landen. Ze gaat in op de invloed van thuiswerken, deeltijdwerken en waarom druk zijn tijdens onze vrijetijd een statussymbool is voor sommige mensen. Daarmee staan het boek van vd Lippe en vd Berg in elkaars verlengde. Ze vullen elkaar ook mooi aan met zowel kwalitatieve als kwantitatieve data en tonen dat werk en arbeid weer tomeloos actueel zijn. Niet voor niets is vd Lippe bekroond door minister Dijkgraaf met de Stevin premie, “de hoogste wetenschappelijke onderscheiding op het gebied van kennisbenutting voor de samenleving”
voor haar maatschappelijk relevante werk. Dit boek complementeert die inzet en maakt het een rijk boek, relevant voor een groot publiek.
Warna Oosterbaan – Het leven van dingen
Soms kan een boek je inpakken. In dit boek stelt de auteur de trefzekere en tevens onschuldige vraag hoe het komt dat de sociologie vooral oog heeft voor mensen in plaats van dingen. Terwijl mensen dingen maken en dingen ook juist ons als mensen maken. Hij is geïnteresseerd in die relationaliteit en loodst de lezer via allerlei prachtige observaties op sociologisch verantwoorde wijze langs de invloed die dingen op het menselijke leven hebben. De auteur had zich makkelijk kunnen verliezen in wijdlopigheid of de absurditeit van prullaria en snuisterijen. Maar het blijft een strak georkestreerde en gedisciplineerde exercitie. Via Pierre Bourdieu, Heidegger en George Herbert Mead voegt het boek bovendien ook echt iets toe aan de sociologie. Want het legt inzichtelijk uit dat er ook voor de sociologie nog een blinde vlek zit: het boek beschrijft hoe dingen sociale actoren zijn. In een aanstekelijke en essayistische stijl, als toegankelijke hommage aan Bruno Latour, neemt
Oosterbaan je mee op zijn fascinatie voor dingen, waarom we dingen bewaren, wat het betekent om op te ruimen en schoon te maken en hoe dingen ons verbinden met onszelf en met elkaar. Wist u dat uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de gemiddelde mens per jaar tweeënhalve dag kwijt is met zoeken? En dat in een wereld van zoekmachines. Persoonlijk denk ik dat Google onze dagelijkse kwelling naar afstandsbedieningen, brillen en sleutels niet minder heeft gemaakt. Het boek is daarnaast ook maatschappelijk relevant: het gaat in op Nederland als consumentenparadijs, dat we vooral teveel dingen hebben en beschrijft via reflecties over cultureel kapitaal en esthetische dispositie hoe dingen niet zonder mensen kunnen en dingen ook van elkaar afhankelijk zijn. Met andere woorden, het levert een verrassend boek op met allerlei observaties die lange tijd blijven plakken. Als je niet nieuwsgierig was, dan word je het van dit boek. Met een mooie leeslijst om na afloop de dingenwereld in te duiken.
Walter Weyns – Wie wat woke
Eindelijk is dit boek er. Want als het ergens de laatste tijd over is gegaan, dan is het wel wat en wie woke is. De Antwerpse socioloog Walter Weyns weet op de door voor hem kenmerkende stijl eerst het woke geloof en daarna de woke werken te fileren. Daarbij laat hij zien dat woke wordt gevormd door mensen die strijden tegen onrechtvaardigheid. Maar dat die onrechtvaardigheid soms ook tegen zichzelf kan keren en bijzonder onrechtvaardig kan zijn. Daarmee is dit boek geen simpel pleidooi voor of tegen woke, maar een kritische cultuuranalyse over woke. Het boek maakt gebruikt van sociologische begrippen als intersectionaliteit, institutioneel racisme, performativiteit en dekolonisatie. Gewichtige begrippen die juist zeer toegankelijk worden uitgelegd en beschreven. Het boek is een duidelijke oproep om vooral zelf meer na te denken over de overtuigingen die we hebben. Met welke maatstaven (klasse, gender, ras) we anderen de maat nemen en waar die exact vandaan komen. Het is zeer toegankelijk geschreven en dus een echt publieksboek. Het is zeer informatief, zet aan tot kritische zelfreflectie en bevat een uitgebreide literatuurlijst om verder te lezen. Een aanrader.
Welnu. Dat waren de vijf genomineerden in alfabetische volgorde. Ik hoop dat het voorgaande inzicht geeft in het feit dat we als jury ‘een goed jaar’ hebben gehad en veel genoegen hebben beleefd aan het lezen van deze vijf boeken. Maar helaas, kan er maar een de winnaar zijn, zoals Henny Huisman zou zeggen. Daarom ga ik over tot het formele gedeelte met het uitreiken van de Sociologische Bril 2021.
Dames en heren, de jury heeft namelijk gekozen voor een boek dat zij de verrassing van het jaar noemt. Een gedurfd boek, dat de juryleden heeft overdonderd. Een boek dat ogenschijnlijke eenvoudige materie aan fundamentele sociologische discussies weet te koppelen. Het is daarmee voor zowel vaksociologen als niet-sociologen bijzonder relevant, toegankelijk en interessant. De jury wil daarmee graag dat boek bekronen dat aantoont waarom het zo belangrijk is, dat deze prijs er is. Omdat het de breedte, waarde en urgentie van de publiekssociologie toont. De jury prijst dit boek omdat het onze ‘sociologische verbeelding’ op geheel eigen wijze weet te prikkelen. Het is eloquent, maar toegankelijk. Het is fundamenteel, zonder topzwaar te worden. Het winnende boek is een verfrissend en verrassend boek zoals je zou willen dat er ieder jaar meerdere geschreven zouden worden. Waarvan je vooraf weinig verwacht, waarbij je tijdens het lezen jezelf betrapt op een constante glimlach en wat je bij het dichtslaan achterlaat met verbluffend nieuwe inzichten.
De winnaar van De Sociologische Bril 2021 is geworden:
Warna Oosterbaan – Het leven van dingen