Nacht van de Sociologie, 24/11/2023, Rotterdam
Beste mensen, (dames en heren)
Het is me een waar genoegen om namens de jury eindelijk de derde Sociologische Bril uit te mogen rijken. Wie wint na het alom gelauwerde Mijn ontelbare identiteiten van Sinan Cankaya en Het leven van dingen van Warna Oosterbaan de derde Sociologische Bril, bestaande uit dit -door het Fonds Publieke Sociologie gesponsorde en door Utrechtse kunstenaar Niels Janszen vervaardigde- kunstwerk, een cheque van 2500,- euro en uiteraard eeuwige roem. Voordat ik de winnaar bekend zal maken, sta mij toe dat ik de spanning wat laat oplopen en in het volgende eerst even wat zal zeggen over deze prijs, de vijf genomineerden om uiteindelijk de winnaar uit te roepen. Na uitreiking van de prijs heb ik een kort interview met de winnaar en is er ruimte tot het stellen van vragen.
Maar laat ik beginnen waarom deze prijs, de Sociologische Bril? Deze prijs kan gezien worden als aanmoedigingsprijs: in het aanmoedigen van auteurs en lezers om Nederlandstalige publiek-sociologische boeken te schrijven en ook vooral te lezen. Want dat schrijven is bijvoorbeeld voor wetenschappelijke sociologen allesbehalve vanzelfsprekend. Met deze prijs moedigen we die moed aan. Want, zo weten we uit mooi sociologisch onderzoek, dat wat aandacht krijgt, groeit. Een prijs heeft geen louter descriptieve waarde, maar heeft niet zelden een performatief effect op hetgeen te prijzen valt. Mocht u niet bekend zijn met het sociologische Mattheus effect, dan zou ik dat na deze Nacht maar even Wikipedia-en (mooi werkwoord). Daarnaast is het is onze vurige wens dat deze prijs niet alleen bijdraagt aan de waardering van publiek-sociologisch werk, maar dat sociologen ook meer publiek-sociologisch van zich laat horen. Om in goed sociologisch jargon te blijven: laat dat maar een self-fulfilling prophecy zijn die zich mag verwezenlijken.
En de oogst was groots. Wat een jaar geleden begon met een groslijst van meer dan 70 titels is in verschillende rondes teruggebracht tot een shortlist van vijf die vandaag zal resulteren in een winnaar. Als jury hebben we daarvoor boeken gelezen die
– In 2022 zijn uitgegeven bij een Nederlandse of Vlaamse uitgeverij
– Gebaseerd zijn op sociologische verbeeldingskracht
– Nederlandstalig en origineel werk bevatten
– Publieksvriendelijk en populairwetenschappelijk zijn
– En ten slotte maatschappelijk en sociologisch relevant zijn
Dat lijkt op het oog bijzonder eenduidig, maar ik kan u verzekeren dat het er af en toe heftig tekeer is gegaan tijdens de juryvergaderingen. En zo hoort het ook. Tegelijkertijd was de oogst dit jaar kwalitatief ontzettend hoog. Er viel veel te kiezen. Dat is natuurlijk per saldo pure winst. Het deed ons deugd dat niet alleen de shortlist, maar ook de longlist van een hoge kwaliteit was. Dat maakt deze prijs des te relevanter, maar ook het werk van ons als jury ook vele malen interessanter.
Ik zeg uiteraard ‘ons’, want achter de uitreiking van de Sociologische Bril vanavond gaat veel werk schuil. Dat had nooit gerealiseerd kunnen worden zonder de nimmer aflatende steun van een zevenkoppige Vlaams-Nederlandse jury, afkomstig van Groningen tot aan Brussel, werkzaam van de Universiteit van Leuven tot het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ik noem deze toppers maar even bij naam, want velen zijn ook hier vanavond aanwezig (Emily Miltenburg, Jaron Harambam, Irene van Oorschot, Rie Bosman, Rudi Laermans en Kobe de Keere) en ook onze steun en toeverlaat, secretaris Tessi Nobbe (EUR) die zich allemaal geheel belangeloos hebben ingezet voor deze prijs. Graag uw applaus voor deze toppers!
En wat lag er dan vervolgens voor ons? Of het nu gaat om een historisch-biografische schets van de maatschappelijke positie van de vrouw (Suzanna Jansen), de grilligheid van massabewegingen en controle op een post-covid samenleving (Jaap van Ginniken maar ook Christ Klep), onderwijs als mini-samenleving (Illias el Hadioui), armoede en sociale klasse (Tim ’s Jongers) of de zorg als sociaal construct (Lynn Berger) het sociologisch perspectief was alive and kicking en gaf in een post-pandemisch jaar (2022) tegenwicht met goed onderbouwde sociale en culturele analyses. Uiteindelijk werd van die longlist een shortlist van 5 samengesteld en ook die shortlist bestrijkt een veelheid aan thema’s en sociologische disciplines. Van woonpolitiek, moederschap, onderwijs en emancipatie enerzijds en van sociologische essayistiek tot arbeidssociologie en van kwantitatieve tot culturele sociologie anderzijds – het kwam allemaal aan bod.
Ik bespreek nu kort in alfabetische volgorde de vijf genomineerde titels van de shortlist en ga dan over tot het bekendmaken van de winnaar van de Sociologische Bril 2022.
Paul De Beer – De mythe van de arbeidsmarkt
Dit boek is een ‘onberispelijk’ en indrukwekkend betoog dat heel helder de mythe van het dominante marktdenken fileert. De Amsterdamse hoogleraar Paul De Beer, toch een arbeid-sociologische autoriteit, laat heel overtuigend, en niet alleen met verbluffende essayistische argumenten maar ook met veel kwantitatieve gegevens, zien dat de metafoor van een markt helemaal geen recht doet aan hoe arbeid is vormgegeven. Zo is er zonder schaarste, of volledige informatie over aanbod en vraag helemaal geen markt. Zo toont De Beer bijvoorbeeld op fascinerende en originele wijze aan dat het gebruik van een andere metafoor (zoals het huwelijk) een betere omschrijving voor de relatie tussen werkgever en werknemer is.
Dit boek biedt een introductie tot begrippen die het afstoffen meer dan waard zijn: prijsmechanismen, beloningsverschillen en vraagcurves. Het is een lovenswaardig boek dat meer aandacht verdient, aangezien de Beer de arbeidsmarkt als mythe en metafoor doorprikt. Een verfrissend en handig boek voor eenieder die aanvoelt dat er meer is dan koopkrachtplaatjes, zzp constructies en arbeid als markt. Een boek dat de bakens van het denken durft te verleggen en dus een absolute aanrader.
Louise Elffers – Onderwijs maakt het verschil
De Amsterdamse lector Elffers brengt met dit boek enorm veel kennis van haar lectoraat en onderzoeksagenda samen. Op een klinkklare en overtuigende manier toont Elffers een analyse van het onderwijssysteem als ongelijkheidsmaker: het toont dat de sociale reproductietheorie van Pierre Bourdieu nog altijd zijn sporen nalaat en dat ons onderwijssysteem met bijvoorbeeld vroege selectie en een bijlesgeneratie, ervoor zorgt dat kinderen met hetzelfde IQ maar met ouders met meer cultureel kapitaal, zich beter door het onderwijssysteem weten te wringen dan andere kinderen.
Het boek gaat voorbij de makkelijke oneliners, en gaat paradoxale conclusies ook niet uit de weg. Zo stelt Elffers dat ons onderwijs ongelijkheid ‘produceert, legitimeert en reduceert’. In het licht van de documentaire Klassen spat de maatschappelijke urgentie ervan af en biedt het tien duidelijke actiepunten om iedere wethouder onderwijs morgen aan de slag te zetten en niet lijdzaam toe te kijken hoe ongelijkheden zich verder verdiepen. Dit boek is zeer informatief, kundig, goed geschreven en bevat een uitgebreide literatuurlijst om verder te lezen. Een must-read voor iedereen die iets wil weten over kansen, onderwijs en ongelijkheid.
Cody Hochstenbach – Uitgewoond
Dit boek toont een debuterend auteur met een eigen stem. De Amsterdamse sociaal-geograaf Cody Hochstenbach is boos en dat zullen we weten. Hij is boos op het systeem en op de woonpolitiek die ‘mensenlevens verwoest’. Hij kiest voor een interessante vorm die het midden houdt tussen analytisch activisme en wetenschappelijke essayistiek. Het is geschreven vanuit woede, maar wel het soort theoretische woede, dat goed onderbouwd en wel beargumenteerd is. Hij ontrafelt elf mythes over onder meer dakloosheid, woningbezit en beleggers, zoals de mythe ‘kopen is beter dan huren’.
Ondanks dat Hochstenbach zich niet positioneert als socioloog, is dit boek gestut vanuit CW Mills’ sociologische verbeeldingskracht, door persoonlijke problemen te koppelen aan sociale issues en bevat autobiografische observaties waarbij de auteur zichzelf of zijn afkomst niet schuwt. Hij is nietsontziend, in de autobiografische autopsie van zijn eigen jeugd in Maastricht, bespreekt hij schuld, schaamte en dakloosheid van zijn vader, en breekt daarmee met de geijkte genres in non-fictie. Het leunt op het sociologische werk van Matthew Desmond, Edouard Louis en Didier Eribon en slaat daarmee een verfrissende toon aan. De jury trof hierin een neo-Marxistisch geëngageerd, maar toch innovatief en origineel boek. Het boek daagt uit, verzet kaders en schuwt niet om radicaal tegen het geijkte denken over wonen in te denken. Dat verdient navolging en lof.
Menno Hurenkamp & Jan-Willem Duyvendak – De Macht der gewoonte
Het komt niet vaak voor dat vooraanstaande sociologen de handen ineenslaan en samen een boek schrijven, maar als dat gebeurt kan men beducht zijn voor een mooie bijdrage. En jaar geleden stonden ze hier nog op exact deze plek hun boek te presenteren en nu staan ze in de shortlist, zo snel kan het gaan. Zo ook dit essayistisch vormgegeven boek wat een messcherpe problematisering van een alledaags en oer-Nederlands concept in zich draagt, namelijk “het gewone”. Want doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg in dit land. Of zoals Wilders en Mark Rutte ooit foeterde naar elkaar: ‘doe zelf normaal’.
Het boek biedt een mooie historische analyse, originele en contra-intuïtieve kritiek op de abnormaliteit van het normale en de ongewoonheid van onze hang naar gewoon doen. Het is een prachtig sociologisch vertrekpunt en de auteurs slagen er overtuigend in om die analyse door te trekken naar allerlei domeinen. Het blinkt uit in een politiek, sociaal en culturele analyse van het normale en toont bijvoorbeeld dat maatwerk (ondanks dat dit in Den Haag wordt gezien als het antwoord om meer gelijkheid af te dwingen) paradoxaal genoeg vooral méér ongelijkheid oplevert en dat we, ondanks alle identiteitspolitieke verschillen, uiteindelijk steeds meer op elkaar gaan lijken. Dit is een geslaagd boek, dat de toets der publiekssociologie ruimschoots doorstaat en dat, tegen het licht van de verkiezingen deze week, alleen maar aan urgentie heeft gewonnen. Publiek toegankelijk, met een verfrissend en verrassend perspectief. En in lijn met dit boek zeg ik dan ook: een ongewoon en abnormale aanwinst voor onze publieke verbeelding.
Anja Meulenbelt – Alle moeders werken al
Wat is het toch mooi en goed dat mensen zoals Anja Meulenbelt, ‘politica, feministe, docent en activiste’ hun autoriteit weten in te zetten voor een mooi en toegankelijk boek. Anders dan sommige auteurs is Anja Meulenbelt een gevierd en zeer productief schrijfster van een oeuvre dat meerdere decennia beslaat en niet weg te denken is uit het Nederlandse intellectueel landschap en behept met sociologisch engagement.
Haar huidige boek is een prachtige verkenning van het probleem van werk en zorg. Of misschien juist een problematisering van het onderscheid tussen werk en zorg. Want is zorgen niet ook werken? En waarom moeten ‘vrouwen werken alsof ze geen kinderen hebben en hun kinderen verzorgen alsof ze geen werk hebben’? Dit boek weet op bijzonder toegankelijke wijze een politieke, sociale en culturele analyse te geven van het werk dat we vaak niet erkennen als werk: het moederschap, en daarmee een variëteit aan praktijken die gericht zijn op wat voor marxistische feministen ‘sociale reproductie’ heet. Omdat het vraagstuk van hoe we zorg voor medemensen – waaronder ook kleine medemensjes – vormgeven daarin centraal staat, biedt haar boek een rijkdom in termen van alternatieve perspectieven op een gezamenlijke toekomst.
Welnu. Dat zijn de vijf genomineerden in alfabetische volgorde. Ik hoop dat het voorgaande inzicht geeft in het feit dat we als jury ‘een goed jaar’ hebben gehad en veel genoegen hebben beleefd aan ons leeswerk. Maar helaas, ‘kan er maar een de winnaar zijn’, zoals mijn jeugdheld Henny Huisman zou zeggen. Daarom ga ik over tot het formele gedeelte met het uitreiken van de Sociologische Bril 2022.
Dames en heren, de jury heeft namelijk gekozen voor een boek dat geschreven is met vuur. Het was de recente Nobelprijswinnaar Annie Ernaux die zei dat je boeken moet schrijven ‘die je als auteur in gevaar brengen, boeken die je de moed ontnemen anderen nog recht in de ogen te kijken, omdat je weet dat zij door het boek greep op je hebben gekregen’. (eind quote)
Zodoende heeft de jury gekozen voor een moedig en gedurfd boek. Je zou willen dat er vaker iemand op deze manier durft op te staan, de balans opmaakt van de internationale literatuur en publiekelijk positie claimt op een urgent maatschappelijk vraagstuk. De jury prijst dit boek omdat het de ‘sociologische verbeelding’ op geheel eigen wijze inzet maakt van analyse. Een boek dat politiek-economische thema’s weet te koppelen aan fundamentele sociologische vragen. Een boek dat ontmythologiseert, zonder te blijven hangen in myth-busting.
Het is alarmistisch, en nietsontziend zonder uit de bocht te vliegen. Het is ondersteund met eigen onderzoek, zonder topzwaar te worden. En ondanks dat dit een wel erg specifiek Nederlandse analyse is, opent het winnende boek een verfrissend en verrassend genre. Bovendien biedt dit boek qua inhoud en qua vorm inspiratie voor een jonge nieuwe generatie sociologen en sociaal wetenschappers. Gewoon schrijven against the grain, voor een NLs publiek over een NLs issue. Het is geëngageerd vanuit een integere kennisbasis en dat hier sprake is van een jonge schrijver, biedt extra hoop voor die toekomst. Daarom is de winnaar van De Sociologische Bril 2022:
Cody Hochstenbach – Uitgewoond